Eigenschap:Toelichting

Uit DERA
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Deze datatypespecificatie wordt genegeerd; de specificatie uit de externe vocabulaire krijgt voorrang.
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 34 pages using this property.
A
Alignments kunnen bijvoorbeeld voorkomen als links tussen termen die synoniemen of dezelfde objecten representeren.  +
De DERA beschrijft de applicatiefuncties die nodig zijn om de bedrijfsfuncties en diensten uit de bedrijfsarchitectuur te realiseren.  +
<p>Bij authenticatie wordt geverifieerd of de identiteit van de afnemer correct is. Bij autorisatie wordt bepaald of de afnemer recht heeft op de gevraagde informatie.</p><p>Rol: bronhouder digitaal informatieobject.</p><p>Requirements:<ul><li>Zorg dat authenticatie en autorisatie van afnemers mogelijk is. Hiervoor zijn afspraken met dienst verleners nodig. Wanneer hier afspraken over zijn gemaakt, worden deze in een volgende versie van de DERA uitgewerkt.</li></ul></p>  +
B
In de DERA wordt het begrip 'informatieobject' veelvuldig gebruikt. In de ArchiMate-methodiek komt het vergelijkbare begrip dataobjecten (‘data objects’) voor. Voor de DERA zijn de bedrijfsobjecten meestal informatieobjecten. De scope van de DERA-informatieobjecten is vooralsnog beperkt tot de bedrijfsarchitectuur. Daarom worden informatieobjecten hier als (ArchiMate) bedrijfsobjecten beschreven.  +
Deze organisatie draagt zorg voor alle relevante beheeraspecten, zoals functioneel en technisch beheer (ofschoon de organisatie dat niet per se zelf hoeft te doen; hij kan het ook uitbesteden).  +
C
Contextinformatie wordt gevormd door verbindingen tussen erfgoedinformatie, vaak aan de hand van termen die vastleggen waar erfgoedinformatie over gaat (wie, wat, waar, wanneer).  +
Een cultuurhistorisch object:<ul><li>kan een materieel (Nachtwacht), immaterieel (volksdans), conceptueel (Tweede Wereldoorlog) of een digitaal (tweet van Trump) cultuurhistorisch object zijn;</li><li>bestaat, bestond of zou kunnen (gaan) bestaan;</li><li>kan samengesteld zijn uit verschillende cultuurhistorische objecten.</li><p>In de Erfgoedwet wordt het begrip ‘cultureel erfgoed’ juridisch afgebakend. In de DERA wordt een ruimere informatiekundige definitie gehanteerd. In de Erfgoedwet gaat het om ‘bronnen uit het verleden’, terwijl in de DERA uitvoeringen in de toekomst ook als een potentieel cultuurhistorisch object worden beschouwd, omdat ze een onderdeel kunnen zijn van de vindbare erfgoedinformatie.</p><p>De definitie van een ‘cultural heritage object’ uit Europeana luidt: “The original object that is the focus of the metadata description. It may be either a physical object (painting, book etc) or a digital original”. Dit komt overeen met de verbijzonderingen materieel cultuurhistorisch object en digitaal cultuurhistorisch object.</p>  +
D
Een dataset bevat in ieder geval metadata, mogelijk ook informatieobjecten.  +
In navolging van de NORA gebruikt de DERA de term dienst voor een verzameling services die conform een contract of set van afspraken als één geheel wordt geleverd aan afnemers. Services bestaan uit samenhangende functionaliteit die meerwaarde bieden voor de omgeving (cf. ArchiMate 'Business Service'). De scope van de DERA beperkt zich tot diensten gericht op erfgoedinformatie.  +
De DERA gebruikt de term dienstverlener in relatie tot het leveren van diensten aan eindgebruikers en in relatie tot diensten die bronhouders, beheerders van netwerkvoorzieningen en makelaars onderling aan elkaar en/of aan andere dienstverleners leveren.  +
<p>Rol: dienstverlener.</p><p>Requirements:<ul><li>Gebruik waar mogelijk erfgoedinformatie die beschikbaar wordt gesteld door bronhouders binnen het NDE.</li><li>Gebruik de gedeelde voorzieningen voor de selectie van erfgoedinformatie.</li><li>Draag bij aan het verbeteren van de toegankelijkheid van het netwerk door verrijking van de metadata.</li></ul></p>  +
Digital born erfgoed kan dus een cultuurhistorisch object (digitale kunst) zijn of een informatieobject (elektronisch archief) waaraan cultuurhistorische waarde wordt toegekend.  +
E
Erfgoedinformatie betreft in de context van DERA altijd informatie die digitaal beschikbaar is. Digitale erfgoedinformatie wordt door bronhouders online beschikbaar gesteld als (deel)verzameling (collectie) of als een op zich zelf staande entiteit (object).  +
Een erfgoedinstelling kan ook de eigenlijke cultuurhistorische objecten beheren. In DERA is het beheer van de erfgoed*informatie* van belang.  +
G
Er is sprake van een grote variëteit aan gebruikers van erfgoedinformatie:<ul><li>burgers, bedrijven, leraren, leerlingen, enzovoorts;</li><li>overheidsorganisaties, bijvoorbeeld Basisregistraties, Ministeries, CBS, enzovoorts.</li></ul>De DERA richt zich niet op informatiebehoeften van specifieke gebruikers, maar op generieke behoeften van afnemers. Daarom worden geen specifieke doelgroepen gedefinieerd. Voor de DERA is de rol van afnemer voldoende.  +
Gedigitaliseerd erfgoed komt overeen met de definitie van digitaal informatieobject en betreft dus altijd een informatieobject.  +
De beweging van geïsoleerde erfgoedinformatie naar gedistribueerde erfgoedinformatie met expliciete samenhang is een belangrijk doel van de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed en van de DERA. Aanbieden van die informatie conform DERA is daarvoor randvoorwaardelijk.  +
H
Kan van toepassing zjin op datasets, informatieobjecten en/of metadata.  +
I
Informatieobjecten zijn in essentie heel breed. Vanuit DERA bezien:<ul><li>bevat een informatieobject informatie over een of meerdere cultuurhistorische objecten;</li><li>is een informatieobject digital born, gedigitaliseerd of analoog;</li><li>bestaat, bestond of zou een informatieobject kunnen (gaan) bestaan;</li><li>kan een informatieobject samengesteld zijn uit verschillende informatieobjecten (aggregatie).</li></ul>Tezamen dekken de informatieobjecten alle aspecten die relevant zijn om erfgoedinformatie uit te drukken.  +
Inwinning kan een actief (ophalen) of passief (aangeleverd krijgen) karakter hebben.  +
K
Een knowledge graph maakt het bijvoorbeeld mogelijk verbindingen te vinden tussen de erfgoedinformatie die bronhouders publiceren. Bijvoorbeeld: de ene bronhouder heeft informatie over een kunstvoorwerp, de andere over diens maker, een derde over de kunststroming waaronder het valt.  +
L
Het kan hierbij zowel gaan om commerciële als om niet-commerciële partijen.  +
Met Linked data kunnen verbindingen gelegd worden tussen data uit verschillende bronnen. DERA hanteert Linked data als de enige methode om gegevensuitwisseling tussen erfgoedinstellingen en eindgebruikers te faciliteren op een wijze die voldoet aan de doelstellingen van de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed.  +
M
Opmerking: Een erfgoedinstelling die de rol van bronhouder vervult kan ook makelaar zijn. Een makelaar kan ook een derde partij zijn die erfgoedinformatie van verschillende bronhouders integreert. Een partij die als makelaar opereert, is tevens bronhouder metadata verrijkingen indien door de integratie van erfgoedinformatie een verrijking ontstaat.  +
Het gaat om gestructureerde gegevens die andere objecten beschrijven. Het kan gaan over analoge of digitale objecten. Een object kan zowel een cultuurhistorisch object als een informatieobject zijn. Metagegevens zijn zelf ook informatieobjecten. De vier belangrijkste soorten metadata (ontleend aan het ABC Digitaal Erfgoed van DEN) zijn:<ul><li>beschrijvende metadata (nodig voor het identificeren en vinden van objecten);</li><li>structurele metadata (deze leggen de relatie vast tussen individuele objecten die gezamenlijk een eenheid vormen);</li><li>technische metadata (informatie over de vervaardiging van het digitale object);</li><li>administratieve metadata (deze richten zich op beheer en management van objecten).</li></ul>  +
O
Het begrip ‘object’ komt niet alleen voor in ArchiMate, maar is ook een term die in de erfgoedsector veel wordt gebruikt, bijvoorbeeld voor het aanduiden van een cultuurhistorisch voorwerp. In de DERA komt de term vaak voor als onderdeel van een (smaller) begrip. In DUTO wordt het begrip ‘entiteit’ gedefinieerd, terwijl in de DERA vooral wordt gesproken over objecten. Daarom is hier in de definitie van ‘entiteit’ uit DUTO de term ‘object’ opgenomen als synoniem. Ook gebeurtenissen of events en levende organismen worden in de DERA opgevat als een object of entiteit.  +
'Vrij gebruik' impliceert onder meer dat de informatie om niet en zonder voorafgaande toestemming kan worden gebruikt, mits aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.  +
P
De producent kan in de regel aanspraak maken op rechten op het geproduceerde object, zoals auteursrechten of naburige rechten, en is in dat geval tevens een rechthebbende.  +
R
De functionele afbakening wordt bepaald door een bundeling van functionaliteiten (applicatiefuncties) die door het referentiecomponent worden gerealiseerd.  +
S
[https://schema.org/ Schema.org] is specifiek bedoeld om semantische informatie op webpagina's te publiceren die door zoekmachines wordt begrepen.  +
T
Hieronder vallen zaken als bestandsgrootte, opslagformaat, resolutie, etc.  +
De kern van een term wordt gevormd door een naam en een duurzame identifier, aangevuld met een beschrijving/definitie en andere relevante informatie die als referentiedata gebruikt kan worden. <ul><li>Termen worden gebruikt bij of in de beschrijving van cultuurhistorische objecten en informatieobjecten.</li><li>Termen hebben betrekking op concepten (begrippen, categorieën, onderwerpen, etc.) of named entities (personen, plaatsen, gebeurtenissen, tijdsperiodes, etc.)</li><li> Termen kunnen onderlinge relaties hebben (bijv. synoniemen, hiërarchische relaties in een thesaurus, onderlinge verwijzingen, etc.)</li></ul>  +
<p>Een terminologiebron is een lijst van termen die desgewenst kan worden verrijkt met synoniemen en relaties. Een eenvoudige vorm van een terminologiebron is een lijst van termen zonder onderlinge relaties. Een geavanceerde vorm van een terminologiebron is een thesaurus. Hierin kunnen de concepten hiërarchisch worden gerangschikt, verwijzingen worden opgenomen, van synoniemen en taalequivalenten worden voorzien, binnen een betekenis worden geplaatst (scope note) en van bronvermelding worden voorzien.</p><p>Termen uit verschillende terminologiebronnen kunnen betrekking hebben op dezelfde entiteit of hetzelfde onderwerp. Dat vraagt om alignment tussen de terminologiebronnen.</p>  +
V
Verrijkingen hebben de volgende kenmerken:<ul><li>Verschillende rollen of actoren kunnen verrijkingen creëren.</li><li>Verrijkingen kunnen op verschillende momenten ontstaan (beheer, redactie, publicatie, gebruik, etc.).</li><li>Verrijkingen kunnen bestaan uit aanvullingen of wijzigingen van informatie (NB Alleen bronhouders kunnen informatie ook verwijderen).</li><li>Verrijkingen kunnen geautomatiseerd en handmatig tot stand komen.</li></ul>Verrijkingen kunnen onder andere de volgende vorm hebben:<ul><li>verbeteringen van tik- en taalfouten;</li><li>vertalingen en hertalingen (omzettingen naar hedendaags Nederlands);</li><li>transcripties (van handgeschreven bronnen);</li><li>Named Entity Recognition (NER);</li><li>alignments (links naar of relaties met andere erfgoedinformatie);</li><li> aanvullende (context-)informatie (wie, wat, waar, wanneer, waarom, waarmee en hoe);</li><li>verbeterde informatie;</li><li>Optical Character Recognition (OCR).</li></ul>  +